In 1860 was de levensverwachting in Nederland aanzienlijk lager dan tegenwoordig. De gemiddelde levensverwachting voor mannen was ongeveer 39 jaar en voor vrouwen ongeveer 42 jaar. Dit was voornamelijk te wijten aan de slechte leefomstandigheden en de beperkte medische kennis en behandelmogelijkheden van die tijd.
Leefomstandigheden in 1860
In 1860 was Nederland nog een agrarische samenleving. De meeste mensen werkten op het land en leefden in kleine dorpen. De hygiëne was slecht en er was weinig toegang tot schoon drinkwater. Dit leidde tot veel ziektes en infecties, die vaak fataal waren. Ook was er weinig kennis over voeding en gezondheid, waardoor veel mensen ondervoed waren en vatbaar voor ziektes.
Ziektes in 1860
In 1860 waren er veel ziektes die nu goed te behandelen zijn, maar destijds vaak dodelijk waren. Een van de meest voorkomende ziektes was tuberculose, ook wel bekend als de ’tering’. Dit was een infectieziekte die de longen aantastte en leidde tot hoesten, koorts en gewichtsverlies. Er was destijds geen effectieve behandeling voor tuberculose en veel mensen stierven eraan.
Een andere veelvoorkomende ziekte was tyfus, een infectieziekte die werd verspreid door besmet voedsel en water. Tyfus leidde tot hoge koorts, buikpijn en diarree en kon dodelijk zijn als het niet op tijd werd behandeld. Ook waren er veel gevallen van cholera, een infectieziekte die werd verspreid door besmet water en leidde tot hevige diarree en uitdroging.
Behandelmogelijkheden in 1860
In 1860 waren de medische behandelmogelijkheden beperkt. Er waren nog geen antibiotica of vaccins en veel ziektes werden behandeld met kruiden en andere natuurlijke middelen. Bij ernstige ziektes zoals tuberculose was er weinig hoop op genezing en werd er vooral geprobeerd om de symptomen te verlichten.
Er waren wel enkele medische ontwikkelingen in die tijd. Zo werd in 1867 de eerste antiseptische operatie uitgevoerd door de Britse arts Joseph Lister. Hij ontdekte dat het gebruik van antiseptica de kans op infecties na een operatie aanzienlijk verminderde. Ook werden er in die tijd nieuwe technieken ontwikkeld voor het maken van röntgenfoto’s, waardoor artsen beter in staat waren om ziektes en breuken te diagnosticeren.
Verbetering van de levensverwachting
De levensverwachting in Nederland is sinds 1860 aanzienlijk verbeterd. Dit is voornamelijk te danken aan de verbeterde leefomstandigheden en de ontwikkeling van nieuwe medische behandelingen en technieken. Zo is er in de loop der jaren veel verbeterd op het gebied van hygiëne en voeding, waardoor veel ziektes zijn teruggedrongen.
Ook zijn er in de loop der jaren veel nieuwe medicijnen en behandelingen ontwikkeld, waardoor veel ziektes nu goed te behandelen zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld antibiotica ontwikkeld die effectief zijn tegen infectieziektes zoals tuberculose en tyfus. Ook zijn er vaccins ontwikkeld die beschermen tegen ziektes zoals polio en mazelen.
Conclusie
In 1860 was de levensverwachting in Nederland aanzienlijk lager dan tegenwoordig. Dit was voornamelijk te wijten aan de slechte leefomstandigheden en de beperkte medische kennis en behandelmogelijkheden van die tijd. Er waren veel ziektes die nu goed te behandelen zijn, maar destijds vaak dodelijk waren. Gelukkig zijn de leefomstandigheden en de medische kennis en behandelmogelijkheden in de loop der jaren sterk verbeterd, waardoor de levensverwachting aanzienlijk is gestegen.